Vorige week vertelde ik aan een groep ondernemers dat ik mijn klanten en zakelijke relaties adviseer dat (geschreven) communicatie foutloos hoort te zijn.
Want – was mijn vervolgvraag – met welk bedrijf / welke ondernemer zouden zij liever zaken doen en meer vertrouwen in hebben: één met een foutloze advertentie, nieuwsbrief en site of één waar taal- en stijlfouten alom aanwezig zijn? Welke indruk ontstaat er? Die vraag vond men niet moeilijk te beantwoorden. Zelfs als de aanbieding nóg zo interessant is, is er toch terughoudendheid als het taalgebruik ‘rammelt’.
Dat wetende, is het op zijn minst opvallend dat de communicatie bij ondernemers en bedrijven vaak een ondergeschoven positie heeft. Dat is ronduit jammer. Trouwens, hoe groter de onderneming, hoe meer kennis van communicatie en taal je zou verwachten. Echter, ook daar holt het taalgebruik achteruit.
Is dat dan door gebrek aan interesse of onkunde? Of is dat door het ontbreken van geloof in de invloed van taal op kwaliteit en imago bij het management?
Dergelijke signalen door fouten in het taalgebruik slaan we onbewust op. Waarna we later terugkijken op een aankoop of gebeurtenis, constateren we achteraf dat het ‘vooraf al voelde alsof het niet goed zat’. Tja.
Ik ben de laatste die beweert dat taal niet zou moeten leven. Maar er is een levensgroot verschil tussen gemakzucht plus onkunde en ontwikkeling van taal.
Oog houden voor de ontwikkeling van de taal maakt het mogelijk dat we ook de jongere doelgroepen kunnen blijven aanspreken. Wat iets anders is dan gemakzuchtig gedrag overnemen en accepteren.
Gelukkig zijn er steeds meer ondernemers die kiezen voor honderd procent verzorgde informatie en nieuws. Even een ‘second opinion’ of direct een ervaren communicatieprofessional inschakelen, zorgt dat je kwaliteitsimago overeind blijft.